Vab-Agripooler Hein-Willem Leeraar in Oeganda


Vab-lid Hein-Willem Leeraar reisde in oktober 2015 voor 12 dagen naar West-Oeganda als agripooler voor Agriterra. Hij vertelt over het project en zijn ervaringen.


         


Het project was voor een coöperatie van koffieboeren. Zij denken na over investeringen in hun bedrijfsvoering. Voor hen moest een ‘bankable’ bedrijfsplan gemaakt worden. Ik was samen met een Nederlandse koffie-expert. Zij bracht teelt-expertise mee en zorgde er voor dat ook de technische kengetallen klopten. Agriterra zet vaak duo's samen in op een project.


‘Bankable’ businessplan​

In het verleden heb ik Credion opgezet, gespecialiseerd in 'bankable' bedrijfsplannen. Want een financierbaar plan is wat mij betreft iets anders dan zomaar een bedrijfsplan. Daarom paste dit project ook goed bij mij. We hebben te maken gehad met het bestuur van de koffie-coöperatie en de staf. De staf had ons bezoek voorbereid en de board (bestaande uit boeren) neemt natuurlijk de beslissingen. We hebben naast de gesprekken ook enkele koffieboeren bezocht. Wat je met eigen ogen ziet is toch altijd interessant.

Ik heb, samen met de koffie-expert, het business plan in concept geschreven en ga het nu in Nederland uitwerken. Bij het uitvoeren van zo’n project wordt veel gepraat en doe je steeds aanpassingen. Het is belangrijk dat je in bijzondere korte tijd zelf veel kennis kunt verwerven. Ik moest bijvoorbeeld leren hoe de keten van koffie in elkaar zat, van 'boom tot bakkie' zeg maar. Je moet weten waar de waarde-creatie zit, anders sla je de plank volledig mis in je advisering.


Niet achterover leunen

De lokale vertegenwoordiger van Agriterra begeleidde ons de eerste twee dagen. Dat was wel erg prettig. Agriterra heeft een eigen visie en aanpak en als agripooler ben je natuurlijk afgevaardigde van Agriterra. Het was daarom goed om hun aanpak te weten. Agriterra zet in op het zelfstandig worden van zo’n coöperatie, op goed bestuur. Het idee is: Als je geholpen wilt worden moet je allereerst jezelf helpen, bijvoorbeeld met demo’s en proeven, maar ook met geld.

Het is dus niet de bedoeling dat ze achterover gaan leunen wachtend op financiële middelen, maar dat kan wel een beetje moeizaam zijn. Want het gaat om arme mensen. Wij stelden bijvoorbeeld voor om leden te vragen om een paar kilo koffiebonen per jaar te doneren om de coöperatie te steunen, zodat ook bijvoorbeeld de financiering makkelijker zou worden. Want je moet altijd wat eigen middelen inleggen. Dat is geen eenvoudige missie. Maar als er vanuit de boeren zelf geen aanzet is om het vliegwiel te laten starten komt het nooit op gang. Natuurlijk is voor de financiering ook donorgeld voor nodig, maar dat moet een middel zijn en geen doel op zich.

Over dat soort dingen heb je veel discussie natuurlijk: Wat is haalbaar, hoe leggen we dat uit? Dat is de diepere laag in een businessplan. Je schrijft een dergelijk businessplan voor een jaar of drie. Het plan geeft een denkrichting aan, een route naar een oplossing. Maar hoe snel het gaat, hangt ook van de koffieboeren zelf af.

De lokale vertegenwoordiger van Agriterra gaat er nu eerst mee aan de slag. Eerst moet de interne kapitalisatie op gang komen, de ledenvergadering van de coöperatie moet hier nu over beslissen. En dan moet het nog gebeuren. Ik blijf het natuurlijk volgen.


Verrijking

Het was absoluut heel leuk. Ik vind het eigenlijk altijd leuk om internationale projecten te doen. Eerder heb ik via andere organisaties ook al projecten gedaan in onder andere Ethiopië en Mali. Reizen en andere culturen zijn altijd verrijkend. Ik heb niet voor niets lang bij de werkgroep Buitenland van de vab gezeten!

Het is wel erg belangrijk dat je je talen goed spreekt. En enig benul van cultuurverschillen is ook wel meegenomen. Je moet echt goed Engels spreken, anders mis je vaak nét de bedoeling. Mensen zijn veel minder direct dan in Nederland en je moet dat soort signalen wel oppikken.

Daarnaast heb je een brede blik en relativeringsvermogen nodig om bij dit soort projecten te adviseren. En geduld en flexibiliteit. Als je naar een ontwikkelingsland gaat moet je je realiseren dat je niet alles tot 3 cijfers achter de komma kunt uitrekenen, dat gaat gewoon niet. Zucht naar avontuur moet je ook een beetje in je hebben, want de omstandigheden zijn soms erg primitief. Communicatie met het thuisfront is soms lastig, telefoon, internet en elektriciteit werken niet altijd. 

Maar als je dat aankan is een Agriterra-project echt een verrijking van je leven!

Ook interessant